Tijdens de zwangerschap beweegt je baby zich regelmatig in de baarmoeder. Tegen het einde van de zwangerschap neemt je baby een definitieve positie in, de ligging genoemd. De meest voorkomende en gunstige ligging voor een vaginale bevalling is hoofdligging. Dit betekent dat je baby met het hoofd naar beneden ligt, klaar om geboren te worden.
Waarom is hoofdligging de beste positie?
Hoofdligging wordt als de ideale ligging beschouwd, omdat het hoofd de grootste diameter van het lichaam heeft. Wanneer het hoofd als eerste door het geboortekanaal komt, volgt de rest van het lichaam makkelijker. Dit verlaagt de kans op complicaties en maakt de bevalling veiliger voor zowel moeder als baby.
Wanneer draait een baby naar hoofdligging?
In het begin van de zwangerschap heeft je baby nog veel ruimte om te bewegen en kan hij meerdere keren draaien. Rond week 30 tot 34 draaien de meeste baby’s vanzelf met hun hoofd naar beneden. Tegen de 37e week ligt ongeveer 95% van de baby’s in hoofdligging en blijft in deze positie tot de bevalling.
Soorten hoofdligging
Niet alle baby’s die in hoofdligging liggen, hebben dezelfde exacte positie. Er zijn verschillende vormen van hoofdligging:
- achterhoofdsligging (optimale ligging) – de baby ligt met het achterhoofd richting de buik van de moeder. Dit is de meest ideale positie voor een soepele bevalling.
- voorhoofdsligging of aangezichtsligging – de baby ligt met het gezicht naar het geboortekanaal toe. Dit kan de bevalling bemoeilijken omdat de diameter van het hoofd groter is in deze positie.
- sterrenkijker (achterhoofd achter) – de baby ligt met het achterhoofd tegen de ruggengraat van de moeder. Dit kan zorgen voor een langere en zwaardere bevalling.
Wat als je baby niet in hoofdligging ligt?
Als je baby rond week 36 nog in stuitligging (met de billen of voeten naar beneden) of dwarsligging ligt, zijn er een aantal mogelijkheden:
- uitwendige versie: een medische procedure waarbij een verloskundige of gynaecoloog je baby voorzichtig probeert te draaien naar hoofdligging door druk uit te oefenen op je buik.
- bevalhoudingen aanpassen: soms kan bewegen, hurken of bepaalde yoga-oefeningen helpen om de baby te laten draaien.
- afwachten: sommige baby’s draaien alsnog spontaan in de laatste weken.
Als een baby niet draait, kan een geplande keizersnede worden overwogen, afhankelijk van de situatie en het advies van je zorgverlener.
Natuurlijk en veilig
Hoofdligging is de meest natuurlijke en veilige positie voor een vaginale bevalling. De meeste baby’s draaien uit zichzelf in deze positie tussen week 30 en 36. Als dit niet gebeurt, zijn er methoden zoals een uitwendige versie om te helpen. Maak je je zorgen over de ligging van je baby? Bespreek het altijd met je verloskundige of gynaecoloog.
Geef een reactie