Je baby ligt in een stuitligging wanneer niet het hoofdje maar het onderste deel van het lichaam als eerste in het geboortekanaal ligt. Terwijl de meeste baby’s rond 32-36 weken zwangerschap vanzelf draaien naar een hoofdligging, blijft ongeveer 3-4% van de baby’s in een stuitligging liggen tot aan de bevalling.
Voor aanstaande ouders kan het horen dat hun baby in stuit ligt vragen en zorgen oproepen. In dit uitgebreide artikel bespreken we alles wat je moet weten over stuitligging: de verschillende types, oorzaken, mogelijkheden om je baby te laten draaien, en wat het betekent voor je bevalling.
Verschillende soorten stuitligging
Er zijn verschillende manieren waarop een baby in stuitligging kan liggen. De twee hoofdcategorieën zijn volkomen stuitligging en onvolkomen stuitligging.
Volkomen stuitligging
Bij een volkomen stuitligging zijn de beentjes van je baby opgetrokken, alsof je baby op zijn billen zit met de voetjes bij het gezicht. Het is een soort kleermakerszit of ‘yoga-houding’. De billen van je baby liggen tegen de baarmoedermond aan.
Kenmerken van een volkomen stuitligging:
- De benen zijn gevouwen in de knieën
- De voeten liggen in de buurt van het hoofd of gezicht
- De billen presenteren zich als eerste in het geboortekanaal
Deze vorm van stuitligging wordt soms ook wel ‘complete stuitligging’ genoemd en geldt als de meest gunstige variant van een stuitligging als je vaginaal wilt bevallen.
Onvolkomen stuitligging
Bij een onvolkomen stuitligging zijn één of beide benen van je baby gestrekt. Hierbij zijn verschillende varianten mogelijk:
- Half onvolkomen stuitligging: één been is opgetrokken zoals bij een volkomen stuitligging, het andere been is gestrekt
- Voetligging: één of beide benen zijn volledig gestrekt, waarbij de voet(en) als eerste in het geboortekanaal liggen
- Knieligging: de benen zijn gedeeltelijk gestrekt, waarbij de knieën als eerste in het geboortekanaal liggen
Een onvolkomen stuitligging maakt een vaginale bevalling technisch uitdagender omdat het geboortekanaal minder goed wordt opgerekt voordat het hoofd (het breedste deel van de baby) geboren wordt.
Oorzaken van een stuitligging
Er zijn verschillende oorzaken waardoor een baby in stuitligging kan liggen. In veel gevallen is er geen specifieke reden aan te wijzen, maar de volgende factoren kunnen een rol spelen:
Factoren bij de moeder:
- Baarmoederafwijkingen, zoals een tweehoorige baarmoeder of vleesbomen (myomen)
- Een strakke buikwand (vaak bij een eerste zwangerschap)
- Weinig vruchtwater waardoor de baby minder ruimte heeft om te draaien
- Te veel vruchtwater waardoor de baby te veel bewegingsruimte heeft
- Placenta voorligging (placenta die de baarmoedermond bedekt)
- Bekkenvernauwing waardoor het hoofdje niet goed kan indalen
Factoren bij de baby:
- Meerlingzwangerschap: bij tweelingen ligt vaak één of beide baby’s in stuitligging
- Prematuriteit: hoe vroeger in de zwangerschap, hoe vaker baby’s in stuit liggen
- Aangeboren afwijkingen zoals hydrocefalie (waterhoofd)
- Navelstrengomstrengeling waardoor de bewegingsvrijheid beperkt is
Overige factoren:
- Erfelijkheid: als jij zelf in stuitligging bent geboren, is de kans groter dat je baby ook in stuit ligt
- Herhaalde stuitligging: als een eerdere baby in stuit lag, is de kans op een volgende stuitligging verhoogd
Het is belangrijk om te weten dat in de meeste gevallen (ongeveer 85%) er geen duidelijke oorzaak gevonden wordt voor de stuitligging. Dit wordt een ‘idiopathische stuitligging’ genoemd.
Diagnose van een stuitligging
Een stuitligging kan op verschillende manieren worden vastgesteld:
Door de verloskundige of gynaecoloog
Tijdens een reguliere controle kan je zorgverlener vaak voelen hoe je baby ligt. Bij een stuitligging voelt de zorgverlener een hard, rond deel (het hoofdje) bovenin je buik en een zachter, onregelmatiger deel (de billen) in je bekken.
Via een echo
Een echoscopie geeft definitieve zekerheid over de ligging van je baby. Meestal wordt rond 30-34 weken de ligging van je baby gecontroleerd, en nogmaals rond 36 weken als eerder een stuitligging is geconstateerd.
Zelf voelen
Soms kun je zelf al aanwijzingen hebben dat je baby in stuit ligt:
- Je voelt trapbewegingen laag in je buik (in plaats van hoger)
- Je voelt een hard, rond deel (het hoofdje) bovenin je buik
- De harttonen van je baby worden hoger op je buik gemeten
Mogelijkheden om je baby te laten draaien
Als rond 32-34 weken blijkt dat je baby in stuitligging ligt, is er nog een goede kans dat je baby spontaan draait. Na 36 weken wordt deze kans kleiner, maar niet onmogelijk. Er zijn verschillende manieren om het draaien bij een stuitligging te stimuleren:
Natuurlijke draaioefeningen
Er zijn verschillende oefeningen die je zelf kunt doen om je baby aan te moedigen om te draaien:
- Brugoefening: ga met je rug op de grond liggen en plaats een paar kussens onder je bekken, zodat het hoger ligt dan je hoofd. Blijf zo 10-15 minuten liggen, 3 keer per dag.
- Kniehouding: ga op handen en knieën zitten en laat je hoofd en borst zakken, zodat je billen het hoogste punt zijn.
- Zwembadoefening: in een zwembad kun je kopjeduikelen, waarbij je hoofd onder water komt en je buik naar boven wijst.
Deze oefeningen bevorderen mogelijk het draaien van je baby door gebruik te maken van de zwaartekracht.
Moxa therapie
Moxa therapie is een onderdeel van de traditionele Chinese geneeskunde dat steeds vaker wordt gebruikt bij stuitliggingen. Bij deze therapie wordt een kruid (Artemisia vulgaris of bijvoet) verbrand nabij specifieke acupunctuurpunten, met name punt BL67 aan de buitenkant van je kleine teen.
De warmte van de brandende moxa stimuleert deze acupunctuurpunten, wat volgens de Chinese geneeskunde de energie (qi) in het lichaam stimuleert en de baby kan aanmoedigen om te draaien.
Onderzoek toont wisselende resultaten, maar sommige studies suggereren dat moxa de kans op een hoofdligging kan verhogen met ongeveer 30% vergeleken met geen behandeling. De therapie is:
- Niet-invasief en pijnloos
- Meestal gedurende 1-2 weken dagelijks toe te passen
- Het meest effectief tussen 33 en 36 weken zwangerschap
Je kunt moxa therapie laten uitvoeren door een acupuncturist of, na instructie, zelf thuis toepassen.
Uitwendige versie
Een uitwendige versie is een medische procedure waarbij een gynaecoloog probeert om je baby met handgrepen op je buik te draaien naar een hoofdligging. Deze procedure:
- Wordt meestal uitgevoerd rond 36-37 weken zwangerschap
- Vindt plaats in het ziekenhuis, zodat de hartslag van je baby goed gemonitord kan worden
- Is succesvol in ongeveer 40-60% van de gevallen
- Kan soms enig ongemak veroorzaken
Vóór de versiepoging krijg je meestal medicatie om je baarmoeder te ontspannen. De procedure duurt ongeveer 15-30 minuten. Als de versie niet lukt, kan deze soms na een week nogmaals geprobeerd worden.
Gevolgen van een stuitligging
Een stuitligging kan verschillende gevolgen hebben, zowel voor de manier waarop je bevalt als mogelijk voor je baby op de lange termijn.
Gevolgen voor de bevalling
Als je baby rond 37 weken nog steeds in stuitligging ligt, zal je zorgverlener de verschillende bevallingsopties met je bespreken:
- Geplande keizersnede: In Nederland wordt bij een stuitligging vaak een keizersnede geadviseerd, vooral bij een eerste baby of bij een onvolkomen stuitligging. Dit wordt gezien als de veiligste optie voor je baby.
- Vaginale stuitbevalling: In sommige situaties is een vaginale bevalling bij een stuitligging mogelijk, met name als:
- Het een volkomen stuitligging betreft
- Je al eerder vaginaal bent bevallen
- De grootte van je baby en je bekken gunstig zijn
- Er een ervaren gynaecoloog beschikbaar is
Het is belangrijk om de risico’s en voordelen van beide opties grondig te bespreken met je zorgverleners, zodat je een weloverwogen beslissing kunt nemen.
Gevolgen op korte termijn
Baby’s die in stuitligging worden geboren, hebben een iets hoger risico op:
- Zuurstoftekort tijdens de bevalling
- Geboortetrauma’s zoals een gebroken sleutelbeen
- Navelstrengproblemen
- Noodzaak voor opname op de neonatale intensive care
Deze risico’s zijn over het algemeen klein, vooral bij een geplande keizersnede, maar het is belangrijk om ze te kennen.
Gevolgen op langere termijn: heupdysplasie
Een belangrijk langetermijngevolg dat vaker voorkomt bij baby’s die in stuitligging hebben gelegen, is heupdysplasie. Dit is een ontwikkelingsstoornis van het heupgewricht waarbij de heupkom niet volledig om de heupkop sluit.
Kenmerken van heupdysplasie:
- Komt 5-7 keer vaker voor bij baby’s die in stuitligging hebben gelegen
- Is vaker aanwezig bij meisjes dan bij jongens
- Kan aan één of beide heupen voorkomen
- Is meestal goed te behandelen, vooral als het vroeg wordt ontdekt
Vanwege dit verhoogde risico krijgen baby’s die in stuitligging hebben gelegen vaak extra heupcontroles na de geboorte, bijvoorbeeld via een echo van de heupen rond de leeftijd van 3 maanden.
Overige mogelijke langetermijngevolgen
Er is beperkt onderzoek naar andere langetermijngevolgen van een stuitligging. Sommige studies suggereren subtiele verschillen in motorische ontwikkeling, maar deze verschillen verdwijnen meestal naarmate kinderen ouder worden. Er zijn geen aanwijzingen dat een stuitligging leidt tot significante ontwikkelingsproblemen op latere leeftijd.
Stuitligging en de bevalling
Als je baby tot aan het einde van de zwangerschap in stuitligging blijft liggen, heb je verschillende opties voor de bevalling.
Vaginale stuitbevalling
Een vaginale stuitbevalling verloopt anders dan een bevalling in hoofdligging:
- Eerst worden de billen geboren, dan de benen
- Daarna volgen de schouders
- Het hoofd komt als laatste (terwijl dit het breedste deel van de baby is)
Deze volgorde maakt een stuitbevalling technisch uitdagender en risicovoller dan een bevalling in hoofdligging. Daarom vindt een vaginale stuitbevalling altijd plaats in het ziekenhuis onder begeleiding van een gynaecoloog.
Keizersnede bij stuitligging
De meeste baby’s in stuitligging in Nederland worden geboren via een geplande keizersnede rond 39 weken zwangerschap. Voordelen hiervan zijn:
- Lagere risico’s op complicaties voor de baby
- Planbare bevalling
- Minder stress voor ouders en zorgverleners
Nadelen zijn de algemene nadelen van een keizersnede, zoals:
- Langere herstelperiode voor de moeder
- Verhoogd risico op complicaties bij toekomstige zwangerschappen
- Mogelijke moeilijkheden bij het starten van borstvoeding
Inleiding bij stuitligging
Een bevalling inleiden bij een stuitligging wordt over het algemeen afgeraden, omdat dit de risico’s van een vaginale stuitbevalling kan verhogen. Als er medische redenen zijn om de bevalling eerder te laten plaatsvinden, wordt meestal gekozen voor een keizersnede.
Tips voor aanstaande ouders bij een stuitligging
Als je baby in stuitligging ligt, kunnen deze tips je helpen om met de situatie om te gaan:
Informatie verzamelen
- Vraag je zorgverlener naar alle mogelijke opties
- Lees betrouwbare informatie over stuitliggingen
- Overweeg een second opinion als je twijfelt over het advies
Emotioneel welzijn
- Deel je zorgen met je partner, familie of vrienden
- Onthoud dat een stuitligging meestal geen aanwijzing is voor problemen bij je baby
- Bereid je mentaal voor op verschillende scenario’s
Praktische voorbereiding
- Als je een versiepoging gaat doen: zorg dat je ontspannen bent en neem iemand mee voor ondersteuning
- Als je een keizersnede gaat krijgen: bereid je voor op de operatie en het herstel daarna
- Als je kiest voor een vaginale stuitbevalling: informeer je goed over wat je kunt verwachten
Ervaringen van andere ouders
“Onze dochter lag in een volkomen stuitligging. Na lang overleg hebben we voor een vaginale bevalling gekozen, omdat ik eerder al twee kinderen vaginaal had gebaard. De bevalling was intens maar verliep zonder complicaties. Het was een bijzondere ervaring om eerst haar billetjes te zien!” – Lisa, moeder van Emma
“Bij 36 weken bleek onze zoon in stuit te liggen. De versiepoging was helaas niet succesvol. We hebben toen voor een geplande keizersnede gekozen. Hoewel dit niet mijn droomscenario was, was de operatie zelf een rustige en positieve ervaring.” – Thomas, vader van Noah
“We hebben moxa therapie geprobeerd toen onze baby in stuit lag. Het voelde in het begin wat vreemd, maar na vijf dagen dagelijks behandelen was onze kleine meid gedraaid! Of het door de moxa kwam of spontaan gebeurde weten we niet, maar we waren enorm opgelucht.” – Sanne, moeder van Julia
Veelgestelde vragen over stuitligging
Een stuitligging op zich is niet gevaarlijk, maar kan de bevalling complexer maken. Met de juiste zorg en beslissingen over de wijze van bevallen zijn de risico’s minimaal.
Ja, baby’s kunnen nog spontaan draaien na 36 weken, maar de kans wordt kleiner naarmate de zwangerschap vordert. Ongeveer 3% van de baby’s draait nog spontaan tussen 36 weken en de bevalling.
Een uitwendige versie is succesvol in ongeveer 40-60% van de gevallen. Het slagingspercentage is hoger bij vrouwen die al eerder bevallen zijn.
In Nederland wordt een thuisbevalling bij een stuitligging afgeraden. Een stuitbevalling vindt altijd plaats in het ziekenhuis onder begeleiding van een gynaecoloog.
In de meeste gevallen betekent een stuitligging niet dat er iets mis is met je baby. Bij het merendeel van de stuitliggingen is er geen duidelijke oorzaak aan te wijzen.
De juiste begeleiding
Een stuitligging is een variatie in de positie van je baby die extra aandacht en mogelijk een aangepast geboorteplan vereist. Hoewel het nieuws dat je baby in stuit ligt zorgen kan opwekken, is het goed om te weten dat er verschillende opties zijn en dat met de juiste begeleiding de uitkomst voor moeder en baby bijna altijd positief is.
Of je baby nu spontaan draait, succesvol wordt gekeerd met een versiepoging of moxa therapie, of geboren wordt via een stuitbevalling of keizersnede: met goede informatie en begeleiding kun je vertrouwen hebben in een veilige geboorte.
Blijf in nauw contact met je zorgverleners, stel al je vragen, en onthoud dat het uiteindelijke doel een gezonde baby én moeder is, ongeacht de manier waarop de bevalling plaatsvindt.
Geef een reactie